We bouwen een tent
“We gaan op vakantie met de stint, hiep hoi”. Op weg naar de berenkuil zit de stemming er goed in. Met een ommetje (eigenlijk waren we natuurlijk een beetje de weg kwijt en eten ons brood op in de stint… een kwestie van energie verzamelen), arriveren we met enige vertraging op de plek van bestemming. De andere groepen zijn al lang aan het spelen in de verte, wij kiezen een fijne plek met bomen en uitzicht zodat we ons kamp kunnen opslaan. De waslijn voor het verkleedspel…waar moet die komen? De wc-tent, het kleedje om te eten en te schminken, en… een goede plek voor onze tent?
Met touwen, wasknijpers en een heleboel doeken is er toen een tent verrezen, die kant-en-klaar nergens te koop is. De kleinsten waren vooral bezig met het uitrollen en in elkaar knopen van de touwen, E neemt de rol van ingenieur op zich en S vindt het vooral belangrijk dat de was kan drogen… Dan zie ik R’ verderop een tentje bouwen met alles wat overgebleven is, in stilte op zichzelf en lekker eigen baas, los van de groep. Heerlijk!! Het wordt een prachtig kunstwerk met gevleugelde daken… Ik vraag of hij het leuk zou vinden als de anderen even zouden komen kijken? Ja dus, vol trots staat R’ voor zijn tent, de anderen kijken met aandacht toe. Op de vraag of hij iets wil vertellen over zijn bouwwerk, kijkt hij wat geschrokken en ongemakkelijk rond. (Stomme vraag, denk ik bij mezelf…)
We spelen het vakantie-was-en-verkleedspel en eten dan gezellig samen fruit in de grote tent! En dan is opruimen een even grote klus , gelukkig helpt iedereen gezellig mee.